Afscheidsinterview Gerdien Schuitemaker
Gerdien Schuitemaker gaat na een pracht carrière als klinisch psycholoog binnen de medische psychologie en het vervullen van verschillende functies binnen de LVMP met pensioen. Voor ons een mooie gelegenheid om een gewaardeerde collega in het zonnetje te zetten en wat fijne kneepjes van het vak op de valreep mee te nemen!
Wat is de mooiste prestatie geweest in jouw carrière?
“Dat is een ingewikkelde vraag… Het is mij aardig gelukt om goed de balans tussen werken, spelen en rusten te behouden. Het is essentieel om voldoende tijd te besteden aan hoe je kan ontspannen en om hobby’s te ontwikkelen, en te blijven leren. Zelf heb ik rust kunnen vinden in het vele schilderen, in pianospelen en ook in het zeilen. Het is fijn om je te kunnen focussen op ander materiaal dan je werk, het geeft de mogelijkheid tot loslaten. Als professional denk ik dat ik ook steeds meer balans heb kunnen vinden tussen inspanning en ontspanning, leren en spelen. Daar waar ik als jonge klare nog zoveel moest leren, kan ik het geleerde nu toepassen in de rol van P-opleider. Het geeft veel energie om jongere mensen op te leiden. Je rol als psycholoog verandert in de loop van de jaren. In het begin vond ik het vak ongelooflijk moeilijk. De opleidingen waren vroeger slechter dan nu, er was immers veel minder kennis. In gesprekken met patiënten dacht ik geregeld: ‘mijn hemel, ik moet nu iets zinvols zeggen’. Ons vak is enorm gegroeid, er is veel kennis bijgekomen en als je het vak bijhoudt dan kan je er gretig van profiteren. Overall is denk ik de grootste prestatie dat ik mijn eigen welbevinden, zowel persoonlijk als professioneel, heb kunnen behouden en daardoor heb kunnen groeien. ”
En de grootste uitdaging?
“Het werken, spelen en rusten komt voor mij dus ook terug in ons vak. Zeker het spel-element, dat maakt het werk leuk en uitdagend. Bijvoorbeeld in de bestuurlijke rol blijven kijken naar waar de kansen liggen, verbinding maken met anderen, ons vakgebied versterken, en zorgen dat je andere organisaties meekrijgt voor meer zichtbaarheid en het goed positioneren van ons vak. Onze positie sterker maken in de ziekenhuizen heeft me altijd erg geboeid. Ik ben niet zo’n wetenschappelijk onderzoeker, ik ben meer iemand die voortdurend op beleidsmatig en bestuurlijk vlak kijkt hoe nieuwe inzichten geïmplementeerd kunnen worden. Vanuit visie aandacht geven aan het benutten van kansen die er liggen!”
“Zo is ook het idee om de huisarts direct door te laten verwijzen naar de Medische Psychologie ontstaan. Sinds ongeveer 20 jaar is duidelijk dat de kosten in de zorg steeds verder stijgen Om deze te verminderen, wordt er door VWS op gestuurd om tweede lijns zorg te verschuiven naar de eerste lijn. Maar huisartsen en hun patiënten kunnen geen gebruik maken van de expertise van de medische psychologie. Ik ben gesprekken aangegaan met onder andere de huisartsen, de Raad van Bestuur en de zorgverzekeraars. De zorgverzekeraars waren huiverig zijn voor een nieuw zorgaanbod; om ze over de drempel te krijgen hebben we de vorm van een pilot gekozen. Je krijgt dan bij de tussentijdse evaluaties de mensen om tafel, je kan op basis van argumenten in gesprek gaan en resultaten laten zien. Als de resultaten van de pilot positief zijn, dan creëer je kansen voor een permanent aanbod. Want bij succes is een pilot is stoppen al veel lastiger. De pilot was succesvol en de zorgverzekeraars waren verbijsterd; 1 euro investeren is 9 euro kostenvermindering in de zorg, vooral in de ziekenhuiszorg. Vanaf 2017 kunnen in heel Friesland huisartsen direct verwijzen naar de vakgroepen Medische Psychologie. Je moet dus een lange adem hebben en vanuit een ‘pitbull mentaliteit’ je in een thema vastbijten.”
Als je een nieuwbakken specialist iets mee zou kunnen geven, wat zou dat dan zijn?
“Als (klinisch) psycholoog zouden we allemaal aandacht moeten hebben voor beleid en strategie, om ons vak goed te positioneren. Artsen krijgen dat in hun opleiding veel meer mee, omdat het een ouder vak is. Ons vak is jonger, minder ontwikkeld en dus zijn we nog meer zoekende. Door onze veelal bescheiden houding hebben we aandacht voor wat we nog niet weten en de neiging om ons voorzichtig op te stellen. Ook in conclusies in rapportages met ‘mogelijk’, ‘misschien’, ‘zou kunnen zijn dat…’. Maar je mag de ander zo duidelijk mogelijke conclusies geven, ook al zullen er op een later moment nieuwe inzichten zijn. De relatief jonge kennis kan je niet ontslaan van deze verantwoordelijkheid. Durf te positioneren! Want als we de bescheiden attitude overal innemen, zijn we een slechte hoeder van onze eigen zaak.
Naast dat we goed moeten blijven aansluiten bij een organisatie, is lef en zelfvertrouwen nodig! Als je je vak belangrijk vindt, kan je meer dan alleen patiënten helpen.”
“En denk in mogelijkheden! Recent ontstond bijvoorbeeld de kans om als vakgroep een rol te spelen bij een belangrijk onderscheidend gebied dat zich in ons ziekenhuis verder mag ontwikkelen: infectie ziekten. We kunnen een constructieve bijdrage leveren door stress in te brengen als belangrijke oorzaak voor infectiegevoeligheid. We zijn nu bezig om een rol te pakken met betrekking tot het vroegtijdig signaleren van chronische stress. Dit illustreert een mooie combinatie tussen denken in mogelijkheden, staan voor je vakgebied en innemen van positie.”
Hoe zie jij de toekomst van de Medische Psychologie?
“De Medische Psychologie is belangrijk en zal alleen maar belangrijker worden! In 1980 was de visie van medisch specialisten gericht op het lichamelijk beter maken van de patiënt. Er is langzamerhand een verschuiving, niet alleen de ziekte staat centraal, maar ‘de mens’ van de patiënt staat centraal. Het begrip ‘Gezondheid’ is je aanpassen aan eventuele beperkingen die je ervaart in je leven, met aandacht voor psychisch, maatschappelijk, spiritueel, emotioneel, sociaal en gezondheidsfunctioneren. De Federatie Medisch Specialisten heeft deze bredere kijk omarmd en is meer doordrongen van het biopsychosociale model Dit zien we ook terug door de toenemende vraag om bij te dragen aan multidisciplinaire zorgstandaarden.”
“Doordat de psychologische aspecten bij gezondheid steeds belangrijker worden, is het essentieel dat we een eigen specialisme ‘Medisch Psycholoog ‘ ontwikkelen. Inmiddels is er zoveel kennis ontwikkeld in ons vakgebied, dit moet voldoende aan bod komen in de opleidingen om niet geremd te worden in de ontwikkeling. Een eigen specialisme gaat ons vakgebied een boost geven. Door het krijgen van een dergelijk podium, krijgen hoogleraren meer ruimte om de kennis uit hun onderzoeken over te dragen en wordt nieuwe kennis beter geïmplementeerd. Zo ontstaat een“vliegwiel-effect”. De praktische bezwaren bij het ontwikkelen van een specialisme moeten deze grote belangrijke ontwikkeling niet in de weg staan. Je moet goed weten waarom je het wil, dan kan je vanuit visie en een pitbull mentaliteit het proces volhouden en je doel bereiken. Naast het ontwikkelen van een eigen specialisme zijn netwerkgeneeskunde en digitalisering belangrijke thema’s voor de toekomst, waar we creatief naar kansen moeten kijken.”