Psycholoog in de zorg mist klinische daadkracht
Oratie prof. dr. Rudolf Ponds – Onder embargo tot vrijdag 2 november 16:30 uur
Tien tot vijftig procent van de Nederlanders krijgt in zijn leven last van ‘vage’ lichamelijke klachten, waar niet direct een medische oorzaak voor te vinden is. De arts doet dan beroep op de psycholoog. Het is voor de arts echter niet helder wat hij van de psycholoog mag verwachten. “De psycholoog is te bescheiden, weifelt veel en het oordeel over een patiënt is vaak onduidelijk en de behandeling niet transparant”, stelt prof. dr. Rudolf Ponds in zijn oratie op vrijdag 2 november, waarmee hij het ambt aanvaardt van bijzonder hoogleraar Medische Psychologie aan de Universiteit Maastricht.
Wanneer psychosociale aspecten een sterke rol spelen bij een ziekte, roept de arts hulp in van de psycholoog, bijvoorbeeld bij klachten als pijn, vermoeidheid, duizeligheid en slapeloosheid. De inzet van de medische psycholoog kan de kwaliteit van het medisch handelen en daarmee de kwaliteit van leven voor de patiënt aanzienlijk verbeteren. Bovendien kan het kostenbesparend werken, aangezien het herstel wordt versneld en de ligtijd verkort.
De samenwerking tussen arts en psycholoog loopt echter vaak stroef. Zo klagen artsen dat ze van de psycholoog weinig inzage krijgen in het psychologisch onderzoek van de patiënt, dat het niet duidelijk is waarom de onderzoeken vaak zo lang zijn, dat het psychologisch rapport vol waarschijnlijkheden zit en dat de conclusies en het advies van het rapport onduidelijk blijven. Ponds: “Psychologen gebruiken graag woorden als ‘zou kunnen’, ‘misschien’, ‘niet uit te sluiten’ en ‘lijken’. Neem de psycholoog die rapporteert dat de patiënt ‘gespannen lijkt’ bij het testonderzoek. Wat moet je daar nu mee als aanvrager? Had de psycholoog dat niet even kunnen vragen aan de patiënt? Het is goed mogelijk dat de onderzoeksgegevens geen eenduidige conclusie toelaten, maar beargumenteer dat en trek liever géén conclusie dan twee halve.”
Dit weifelen van de psycholoog heeft grote gevolgen voor de zorg van de patiënt. Bij veel aandoeningen is er een grijs gebied, waar zowel biologische als psychosociale aspecten een rol spelen. De vraag is dan: wie doet wat en wie neemt de regie? De arts verwijst de patiënt hier door naar de psycholoog: deze weifelt, blijft onduidelijk in zijn diagnostiek en aarzelt om te gaan behandelen. Zijn bijdrage is gering. De arts wil en moet echter verder met zijn patiënt; hij moet, zoals dat van hem verwacht wordt, handelen. Hij zal meer medische handelingen inzetten – nog een pil, nog een opname of nog meer fysiotherapie. De psychosociale aspecten blijven onderbelicht en de kennis en kunde die de psycholoog had kunnen inzetten blijven achterwege. Hierdoor blijft goede behandeling uit, de patiënt blijft ziek en de zorgkosten lopen op.
Noot voor de pers: Prof. dr. Rudolf Ponds spreekt zijn oratie getiteld ‘Komt een psycholoog bij de dokter’ uit op vrijdag 2 november 2012 om 16:30 uur in de aula van het bestuursgebouw aan de Minderbroedersberg 4-6, Maastricht.
Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht bij Dunja Bajic, persvoorlichter UM, tel. 043 388 5243, e-mail dunja.bajic@maastrichtuniversity.nl De afdeling Marketing and Communications van de UM is bereikbaar via 043 388 5222, e-mail pers@maastrichtuniversity.nl. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992. De persberichten van de Universiteit Maastricht staan op internet: www.maastrichtuniversity.nl/pers. Zie ook het Webmagazine voor interessant onderzoek aan de UM en volg ons op Twitter: @MaastrichtU.